door Kees Jonker
De poging van de vier grote Rotterdamse woningcorporaties om de gemeente te laten stoppen met het presenteren van een veel te rooskleurig beeld van de bouw van betaalbare huurwoningen gaat bakzeil halen.
Sinds 2018 bouwden Woonstad Rotterdam, Havensteder, Woonbron en Vestia een schamele 300 sociale huurwoningen. Omgerekend is dat 2,8 procent van de bouwproductie. "Dat is beduidend minder dan de monitor doet vermoeden en hiermee hebben we dus vrijwel geen bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van het woningtekort", aldus Woonstad-directeur Mohamed el Achkar in een brandbrief aan de Rotterdamse gemeenteraad.
Volgens die monitor van wethouder Bas Kurvers moet Rotterdam trots zijn op een bouwproductie - sinds 2018 - van ruim 3600 sociale huurwoningen. Dat is 35 procent van de door de gemeente veronderstelde totale productie, die van 2018 tot en met 2020 zou uitkomen op 10.405. El Achkar verwijst de berekeningen in de Voortgangsrapportage Woonvisie 2030, die volgende week donderdag in de gemeenteraad aan de orde komt, naar het land der fabelen.
In die rapportage worden ruim 1200 woningen met huren in het middensegment en hoger segment gewoon meegeteld als zijnde sociale huurwoningen van onder de 750 euro. Ook zitten in die 'rooskleurige 35 procent' van de gemeente alle in aanbouw zijnde sociale huurwoningen, waarvan de huur na een eerste verhuizing wordt opgetrokken naar de vrije sector.
Even bedenkelijk en dubieus is het volgens El Achkar dat projecten als bijvoorbeeld de Startmotor, Our Domain en de Lee Towers, waarvan circa 900 piepkleine appartementen aanvangshuren van onder de 750 euro hebben (gehad), worden beschouwd als volwaardige sociale huurwoning. Tenslotte stelt hij zich op het standpunt dat het nergens op slaat dat gerenoveerde sociale huurwoningen, die voor meer dan 65.000 euro zijn opgeknapt, worden meegeteld in de categorie nieuwbouw.
Het verzoek van de vier corporaties aan de Rotterdamse gemeenteraad om de gepresenteerde cijfers in de Voortgangsrapportage te corrigeren en meer in te zetten op échte sociale woningbouw is kansloos. Dat komt omdat de zittende machthebbers VVD, CDA, D66, PvdA, GroenLinks, PvdA en CU/SGP alsmede de rechtse oppositiepartijen Leefbaar Rotterdam en PVV prima kunnen leven met de gemeentelijke cijfermethode, die dus uitkomt op 35 procent sociaal.